De Dode Zee, een uniek zoutmeer in het Midden-Oosten, ligt op de grens van Jordanië in het oosten en Israël in het westen en zuiden. Een deel van de westelijke oever ligt ook in de Westelijke Jordaanoever. Dit meer is niet alleen een populaire toeristische bestemming vanwege het therapeutische water, maar ook een belangrijke bron van mineralen. De meest opvallende eigenschap, en de oorsprong van de naam, is echter de schijnbaar levenloze natuur. Maar waarom is deze zee “dood”?
De naam “Dode Zee” komt door de extreem hoge zoutconcentratie, waardoor het ongeschikt is voor de meeste levensvormen. Met ongeveer 340 gram zout per liter water is het zoutgehalte bijna tien keer hoger dan dat van normaal zeewater. Deze extreme zoutheid is niet zomaar een curiositeit; het is het bepalende kenmerk van het ecosysteem van de Dode Zee en de naam ervan. De dichtheid die door dit hoge zoutgehalte ontstaat, is zo groot dat mensen moeiteloos op het water kunnen drijven, een bekende en geliefde ervaring voor bezoekers. Daarnaast is de Dode Zee ook het laagste punt op aarde, ongeveer 430 meter onder zeeniveau aan de oppervlakte en bijna 730 meter onder zeeniveau op het diepste punt. De Dode Zee wordt steeds lager en zouter, waardoor de omstandigheden die het de naam “dood” hebben gegeven, verergeren.
Het Zout Ontrafeld: De Ontstaansgeschiedenis van de Dode Zee
:strip_icc()/GettyImages-1129093453-ac5163a1def747a9829c1f8dafaada73.jpg)
Om te begrijpen waarom de Dode Zee zo zout is, en dus waarom het de Dode Zee heet, moeten we kijken naar de geologische formatie. De Dode Zee ligt in de Dode Zeebreuk, een breuksysteem op de grens van de Afrikaanse en Arabische tektonische platen. Deze platen schuiven langs elkaar, waarbij de Arabische plaat sneller beweegt dan de Afrikaanse. Dit veroorzaakt een scheiding en de vorming van de breukvallei. Het dalen van de aardkorst langs deze breukvallei heeft in miljoenen jaren het bekken gevormd dat nu de Dode Zee bevat.
In deze actieve breukzone zijn unieke geologische structuren ontstaan, genaamd diapirs. Diapirs zijn intrusies van drijvend materiaal, in dit geval zout, dat opstijgt door dichtere omringende gesteenten. In de Dode Zee spelen twee grote zoutdiapirs, de Lisan Diapir en de Sedom Diapir, een cruciale rol in het zoutgehalte. Deze enorme zoutafzettingen, gevormd uit oude zeeën, worden omhoog geduwd en logen continu zout uit in het grondwater en uiteindelijk in de Dode Zee. Dit geologische proces draagt bij aan de ongelooflijk hoge zoutconcentratie.
De unieke hydrologische situatie van de Dode Zee versterkt de zoutheid verder. De belangrijkste waterbron is de Jordaan. Historisch gezien zorgde deze rivier voor een aanzienlijke instroom van zoet water. De Dode Zee ligt echter zo laag dat er geen wateruitstroom is. Water verlaat de Dode Zee alleen door verdamping. In een heet en droog klimaat met weinig regenval is de verdamping extreem hoog. Als water verdampt, laat het opgeloste zouten en mineralen achter, waardoor deze zich ophopen. Moderne landbouwmethoden hebben een groot deel van het zoete water van de Jordaan omgeleid voor irrigatie, waardoor de instroom van zoet water in de Dode Zee drastisch is verminderd. Deze verminderde instroom, gecombineerd met continue verdamping, versnelt de toename van het zoutgehalte en de daling van het waterpeil, dat momenteel met ongeveer een meter per jaar daalt.
Van het Lisanmeer naar de Dode Zee: Een Historisch Perspectief
:strip_icc()/GettyImages-954822106-1b4a86c7d9774a3e9ca96a307c6feb66.jpg)
De Dode Zee van vandaag is niet het eerste water in deze breukvallei. In de prehistorie bestond een veel groter meer, het Lisanmeer, ongeveer 55.000 jaar in hetzelfde bekken. Het Lisanmeer was enorm, naar schatting meer dan drie keer zo groot als de huidige Dode Zee. Toen het Lisanmeer zich terugtrok, liet het uitgebreide sedimentafzettingen achter in de Jordaanvallei, inclusief de oevers van de Dode Zee, gezamenlijk bekend als de Lisanformatie.
Een van de meest prominente overblijfselen van het Lisanmeer is het Lisan-schiereiland. Deze geologische formatie, gevormd door zoute opheffing, verdeelt de Dode Zee onvolledig in noordelijke en zuidelijke bekkens. Door de daling van het waterpeil blokkeert het Lisan-schiereiland nu het zuidelijke deel volledig, waardoor een ondiep, apart bekken ontstaat. Dit zuidelijke bekken wordt nu voornamelijk gebruikt voor kunstmatige verdampingsvijvers voor commerciële zoutproductie.
Leven op de Rand: Wat Overleeft in de Dode Zee?
Ondanks de naam is de Dode Zee niet helemaal levenloos. De extreme zoutheid, in combinatie met hoge magnesiumgehaltes en barre omstandigheden, maakt het onleefbaar voor de meeste macroscopische organismen zoals vissen en krabben. Het is echter niet volledig steriel. Bepaalde micro-organismen, waaronder bacteriën, archaea en eencellige algen, hebben zich aangepast aan deze extreme omgeving.
Normaal gesproken zijn deze microbiële populaties aanwezig maar niet altijd zichtbaar. Na perioden van zware regenval kan echter een fascinerend fenomeen optreden: microbiële bloei. Wanneer aanzienlijke regenval het oppervlaktewater verdunt, neemt de zoutconcentratie tijdelijk af. Deze minder zoute omgeving kan slapende algen doen bloeien, waardoor de kleur van het water verandert, soms zelfs roodachtig. Deze bloei bestaat meestal uit een minder diverse groep microben dan de gebruikelijke microbiële gemeenschap van de Dode Zee. Wetenschappers geloven dat de micro-organismen in de Dode Zee uniek zijn aangepast aan deze omstandigheden en waarschijnlijk nergens anders op aarde te vinden zijn, waardoor ze extremofielen zijn.
Concluderend, de Dode Zee wordt “dood” genoemd omdat de extreme zoutheid, een gevolg van geologische processen, zoutdiapirs, beperkte waterinstroom en hoge verdamping, een omgeving creëert die dodelijk is voor de meeste levensvormen. Hoewel niet volledig levenloos, rechtvaardigt de schaarste aan macroscopisch leven de naam “Dode Zee” – een bewijs van de unieke en uitdagende aquatische omgeving.